Opinie - Het antwoord van James, de butler van Bernhard.

23-02-2013 18:58

Het zal je maar overkomen: je komt net terug van vankantie en de eerste die aan je deur komt kloppen is er meteen eentje die enkel komt om te jammeren en te klagen. Uit België dan nog wel. Toegegeven, het klinkt nu niet meteen een erg aanlokkelijk scenario en niemand wenst het mee te maken, zelfs Bernie Ecclestone niet. Maar Ecclestone had de situatie min of meer zien aankomen. Dus had hij zijn bedienden in Londen nog snel de opdracht gegeven om het naamplaatje bij de deurbel te vervangen door een nieuw kleinnood. “Hang er maar Bernhard Eikelsteen op”, zei Bernie aan de telefoon tegen butler James. “Die franstalige Belgen kunnen toch enkel hun eigen wartaaltje lezen.”

James, de trouwe butler van zowat elke gegoede Engelsman, had de taak perfect laten uitvoeren en kreeg zelfs felicitaties bij thuiskomst van de net boven de deurdrempel uitpiepende Bernie. James had echter weinig tijd om zich de felicitaties te laten gevallen, want zijn baasje had op weg naar huis nogal wat werk op een To Do lijstje geschreven. Bernie was immers op wintersportvakantie geweest in het luxueuze Gstaad en had niet elk kledingstuk in het hotel laten wassen en strijken. Vooral enkele kleinere stukken kledij staken onder de remsporen en bezorgden James hoofdpijn.

Maar James was al vrij snel niet de enige met hoofdpijn. Bernie had bezoek ontvangen en toen die zageventen nog maar pas de deur uit waren werd aan James gevraagd om een pilletje naar het kantoor van Bernie te brengen, wat de brave man dan ook prompt deed. “James, neem plaats op een stoel en luister eens naar wat ik nu heb meegemaakt”, mompelde een zenuwachtige Ecclestone. “Ons plan is mislukt, die kerels konden het nieuwe naamplaatje wel lezen. Ik kreeg net bezoek uit België. Je weet wel, dat landje aan de overzijde van het water waar ik elk jaar wat centen ga afsnoepen van de belastingbetalers. Het waren de mensen die daar dat jaarlijkse feest in Francorchamps organiseren die hier waren, met drie dan nog wel!” James luisterde aandachtig en de baas ging verder. “Precies een overval, James, allemaal langopgeschoten kerels van ten minste 1m60 groot! En ze waren niet vriendelijk, James, echt niet! Want ze willen nu niet meer zoveel betalen voor dat feest in de Ardennen. Ze zeggen dat het niet meer haalbaar is om elk jaar de schuld die ze zogezegd door mijn toedoen oplopen op de nek van de belastingbetaler te schuiven. Kan je dat in hemelsnaam nog begrijpen, James?”

De butler haalde de schouders op maar hield de lippen op elkaar. “Meer zelfs: die heren hebben ontdekt dat ik mijn vrienden in de Eiffel een kleinigheid heb toegeschoven en nu willen ze ook een tussenkomst van mij. Ik stelde nog voor om te gaan onderhandelen met hun eerste minister, Di Floppo, of hoe heet die gozer ook al weer? Het mocht niet baten, James, ze willen en kunnen de bestaande contracten niet meer verder betalen. Vorig jaar hebben ze verlies geleden en de jaren daarvoor ook. En ze geven mij de schuld.” James keek weinig geinteresseerd rond in het kantoor toen Bernie ondertussen nog een lengtegenoot van hem citeerde:  “Dat is niet eerlijk, oh neen.”

“Bahrein draait 14 miljoen euro verlies per jaarlijks feestje, maar daar hoor je toch niemand klagen? En die Amerikanen hebben vorig jaar ook netjes en braafjes uit eigen zak betaald om de gaten te vullen. Maar die Belgen... Ik doe ze nog wat. Nu nog niet, want ik moet van hen nog drie jaar lang een kleine onkostenvergoeding bekomen, maar na 2015 zullen ze wat meemaken! James, ik heb hen nu al een toegeving gedaan van 4,9 miljoen euro, wat kan ik nog meer doen? Het lijkt wel een klucht, met wie kan ik over zoiets praten in dat land?”

James dacht kort na, stond op en keek in het rond. Hij stapte naar Bernie toe, boog diep voorover en fluisterde in zijn oor: “Meester, hebt U al eens aan Urbanus gedacht?”