Opinie - 2013 : Wie rijdt waar? Wie overleeft?
Enkele dagen geleden publiceerde Endurance Info (een van de betere autosportwebsites, www.endurance-info.com ) een interview met Jacques Nicolet, de man achter OAK Racing. Onder andere Betrand Baguette kwam afgelopen seizoen uit voor dit team dat sinds 2011 de tenten opsloeg in het Technoparc des 24 Heures, in Le mans uiteraard. Nicolet blikt terug op 2012 en kijkt ook naar de toekomst. Maar op gebied van rijders is ook daar nog geen zekerheid. En dat brengt ons meteen bij de prangende actualiteit: wie gaat waar rijden in 2013 en tegen welk budget? Dat er op het niveau van o.a. WEC, Le Mans Series, Blancpain Endurance Series en andere FIA GT Sprint Series met massa´s geld gegoocheld wordt is een onweerlegbaar feit. Zonder schroom wordt er over enkele honderdduizenden euro´s gepraat, alsof deze centen zomaar voor het rapen liggen. Ergens kunnen we er nog begrip voor opbrengen, want we praten hier over series die uitstraling hebben, wereldwijd zelfs.
Maar als we dichter om ons heen gaan kijken, en tot onze grote verbazing vaststellen welke bedragen in de nationale series over de tong gaan, dan moeten we toch eventjes slikken. We meldden U onlangs nog de prijs van de nieuwe Porsche 911 GT3 Cup en om dergelijke wagens aan te schaffen en rijdende te houden, zijn er astronomische bedragen nodig. De genoemde wagen is trouwens maar een voorbeeld, want zowat alle recente GT3 wagens vallen in een prijscategorie die amper verantwoordbaar is in tijden van recessie en economisch verval. De laatste jaren verdwenen er al tal van teams en rijders van de nationale autosportscène en we vrezen dat het voor 2013 niet anders zal zijn. Zelfs op een zogeheten nationaal topniveau dat - op uitzondering van een paar websites - amper de nationale of regionale pers haalt, swingen de budgetten de pan uit. Al zijn er ook nog betaalbare alternatieven.
Of de teambazen verantwoordelijk zijn voor deze situatie? Volgens onze bescheiden mening is dat niet het geval. Ook deze heren/dames dienen te leven en voor sommigen onder hen is het zelfs eerder een kwestie van overleven. Zij worden geconfronteerd met torenhoge personeelskosten, peperdure wagens (en onderdelen) en in vele gevallen ook nog gigantisch hoge inschrijfgelden (dankzij veelal schandalig dure tracktime of soms zakkenvullende organisatoren) om mee te mogen dingen naar de kroon in een of ander kampioenschap. Niet de fout dus van de teambazen, maar om hun (vaak onbelegde) boterham te verdienen moeten ze natuurlijk alles doorrekenen naar de rijders. En rijders en teams zijn ontegensprekelijk van elkaar afhankelijk, want als de rijders geen sponsorgelden meer vinden, dan haken ze af en met hen dan ook noodgedwongen de teams. Harde tijden, zowel voor rijders als voor teambazen. Vandaar dat we ons de vragen stellen wie waar zal rijden komend seizoen en wie deze hele centenkwestie kan overleven?
